Bandosofie.jouwweb.nl

De veroordeelde vrouw

Jezus en de op overspel betrapte vrouw

Rembrandt (1644): Christus en de overspelige vrouw.

Hier beschrijft men dus een confrontatie tussen Jezus en de Schriftgeleerden en Farizeeën over de vraag of een vrouw, die op heterdaad betrapt is op overspel, gestenigd zou moeten worden.

Jezus maakt de menigte beschaamd, zodat die zich verspreidt, en wendt de terechtstelling af.

Het spreekwoordelijke wie zonder zonde is werpe de eerste steen is aan dit gedeelte ontleend.

Toch wil ik hier nog aan toevoegen dat het hier ook over een situatie van mogelijk werkelijke zonde zou kunnen gaan.

Er staat natuurlijk beschreven dat de vrouw op heterdaad betrapt is en dat hier dus geen twijfel over mogelijk zou hoeven te zijn.

Toch speelt het hier ook in op het begrip van tijd en oordeel.

Men zag een vrouw in de vertegenwoordiging van een ander die haar echtgenoot was,

maar het verhaal laat dus niets los over de verhouding die zich er aan vooraf had kunnen gaan.

Er wordt geoordeeld na het verkrijgen van een ogenschijnlijk bewijs dat echter geheel op bedrog kan zijn berust.

In ieder geval een steniging als straf zou moeten krijgen, zoals de schriftgeleerden in eerste instantie verlangden.

 

Het betrof hier dus een vrouw die werkelijk een grote " zonde"  volgens de wet van Mozes had gedaan!


Maar laten we even gaan kijken naar de daadwerekelijke tekst van Johannes 8:1-11

Jezus ging naar de Olijfberg.Vroeg in de morgen was hij weer in de tempel.

Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht.

Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was.

Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus:

‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde.


Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen.


Wat vindt u daarvan?’

Dit zeiden de schriftgeleerden en de farizeeën om Jezus op de proef te stellen, om te zien of ze Jezus konden aanklagen.

Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond.Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei:

‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’

Hij bukte zich weer en schreef op de grond.

Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een,

de oudsten het eerst,

en ze lieten hem alleen,

met de vrouw die in het midden stond.

Jezus richtte zich op en vroeg haar:

‘Waar zijn ze?

Heeft niemand u veroordeeld?’

‘Niemand, heer,’ zei ze.

‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus.

‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’